Ontslag op staande voet kan je niet intrekken
Op zich is dat niet nieuw: een ontslag is een eenzijdige rechtshandeling die alleen kan worden herroepen met instemming van de werknemer. De gevolgen hiervan waren voor een werkgever in Limburg echter wel onprettig.
De werkneemster had zelf in februari opgezegd, waardoor de arbeidsovereenkomst zou eindigen per 1 april. In maart werd ze op staande voet ontslagen. Ze vorderde onder meer een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. De werkgever trok vervolgens het ontslag op staande voet in zodat de arbeidsovereenkomst per 1 april door haar eigen opzegging zou eindigen. Dat ging niet op oordeelde de rechter. Een ontslag op staande voet kan je niet intrekken. De werkgever had bovendien geen dringende gehad om de werkneemster op staande voet te ontslaan. De werkneemster was slim geweest: zij had geen vernietiging gevorderd. De opzegging door de werkgever bleef daardoor wel overeind maar omdat er geen dringende reden was kon het ontslag niet op staande voet gegeven worden. Werkneemster kreeg hierdoor een vergoeding voor onregelmatige opzegging en een transitievergoeding nu sprake was van opzegging door de werkgever. De gevraagde billijke vergoeding werd afgewezen, maar dat had ook anders kunnen aflopen voor de werkgever.
Had de werkgever niets gedaan dan was deze werkneemster per 1 april uit dienst gegaan en had zij geen recht op een transitievergoeding gehad. Een ontslag op staande voet is altijd al lastig, maar bedenk je als werkgever twee keer om dit te doen als het arbeidscontract toch al binnenkort zal eindigen door opzegging door de werknemer.