201710.19
0

Regeerakkoord 2017

Inmiddels is het regeerakkoord  2017 verschenen en blijken er weer vele wijzigingen te zijn gepland voor het arbeidsrecht. Dit zijn de belangrijkste veranderingen in de komende jaren:

Cumulatie van gronden in het ontslagrecht

Waar dit tot nu toe in de WWZ was uitgesloten gaat het nu weer mogelijk zijn om meerdere gronden bij elkaar te voegen om te komen tot voldoende redenen om een werknemer te mogen ontslaan. Daar staat voor de werknemer tegenover dat de rechter een extra vergoeding kan toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding (bovenop de reeds bestaande transitievergoeding).

Wijzigingen in de transitievergoeding

  • Werknemers krijgen vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op transitievergoeding in plaats van na twee jaar.
  • Voor elk jaar in dienstverband gaat de transitievergoeding een derde maandsalaris bedragen, ook voor contractduren langer dan 10 jaar. De overgangsregeling voor 50-plussers wordt gehandhaafd.
  • De mogelijkheid om scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding wordt verruimd

Loondoorbetaling bij ziekte

  • De loondoorbetalingsperiode voor kleine werkgevers (tot 25 werknemers) wordt verkort van twee naar één jaar. De collectieve kosten van het tweede jaar worden gedekt via een uniforme lastendekkende premie, te betalen door kleine werkgevers.
  • Tevens wordt de periode waarvoor premiedifferentiatie geldt in de WGA, verkort van tien jaar naar vijf jaar.

Ketenregeling / proeftijd

  • De periode waarna elkaar opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een contract voor onbepaalde tijd, wordt verlengd van twee naar drie jaar.
  • De mogelijkheden voor een langere proeftijd worden verruimd om het aangaan van een contract voor onbepaalde tijd aantrekkelijker te maken voor werkgevers. Als het eerste contract direct voor onbepaalde tijd is, wordt de proeftijd verruimd naar vijf maanden. Voor contracten langer dan 2 jaar wordt de proeftijd drie maanden.

Zelfstandigen

  • Wet DBA wordt vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen.
  • Er komt een ‘opdrachtgeversverklaring’ voor zelfstandigen boven een bepaald  tarief, welke opdrachtgevers vooraf duidelijkheid en zekerheid geeft bij de inhuur van zelfstandigen.