Verval wettelijke vakantiedagen per 1 juli
In het afgelopen Corona jaar zijn bij veel werkgevers vakantie stuwmeren ontstaan. Deze werkgevers kijken wellicht dan ook reikhalzend uit naar 1 juli. Per die datum vervallen alle wettelijke vakantiedagen die in 2020 zijn opgebouwd. Bij een fulltime dienstverband zijn dat 20 “wettelijke” of “minimum” vakantiedagen. Daarbij is wel een vereiste dat de werknemer redelijkerwijs in staat was de vakantiedagen op te nemen voor 1 juli.
Werkgevers die een beroep op deze vervaltermijn willen doen, moeten de werknemer hier wel vooraf goed over hebben geïnformeerd. Het recht op vakantie met behoud van loon is een wezenlijk beginsel van de Europese Unie. De werkgever moet:
– de werknemer duidelijk informeren wat zijn vakantierechten zijn;
– de werknemer in staat stellen vakantie op te nemen, en;
– hem informeren over de gevolgen van het niet opnemen van vakantiedagen (namelijk dat deze komen te vervallen).
Als de werkgever dit niet netjes heeft geregeld, komt de werkgever ook geen beroep op de vervaltermijn toe. Dit is een kwestie van goed vastleggen in de arbeidsovereenkomst of algemene arbeidsvoorwaarden.
Zie voor een recente uitspraak, waarin de werkgever zich om deze redenen inderdaad niet kon beroepen op de vervaltermijn – de Rechtbank Noord-Holland van 10 maart 2021: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2021:4427 . In deze a-typische zaak had de werkgever zich niet gerealiseerd dat de oproepwerkzaamheden “om expats te begeleiden bij het aarden in Nederland”, een arbeidsovereenkomst behelsde met alle rechten en plichten van dien.
De zeer korte vervaltermijn van 6 maanden (7:640a BW) staat overigens op gespannen voet met hett ILO-verdrag 132, dat uitgaat van een termijn van 18 maanden.